Toen ik afgelopen maandag met Annemieke in de badkamer stond vroeg ze, vanmorgen tijdens de vergadering, toen zei je dat je geïrriteerd was… waar ging dat over? Oh, antwoordde ik terwijl ze me aankeek, dat ging over het feit dat Michelle niet was komen opdagen vandaag, ik ben dat zat. En licht aarzelend, ze moet gewoon komen of er mee stoppen. Tja verzuchtte Miek, terwijl ze uit de slaapkamer liep, vind je het gek, dat meisje is de vreugde van het leven kwijt. Ze heeft geen ouders, geen broer of zus. Ze is zeventien jaar, heeft een kind en woont bij een oude oma. Die heeft niets om voor te leven. Waarom denk je dat ze altijd zo ongelukkig kijkt? Vind je het niet gek vervolgde Miek, dat het juist kinderen als Benni zijn die ons het meeste nodig hebben? Hoe denk je dat hij zich zal voelen nu Dion en Annalisa beiden uit huis zijn geplaatst? Iedereen is altijd boos op hem, de school, wij, zijn ouders. Hij zal zich behoorlijk in de steek gelaten voelen.
Terwijl Miek naar de slaapkamer liep bleef ik in de douche met mijn gedachten. Ik sloot mijn ogen, liet het water in mijn gezicht kletteren en dacht: de vreugde van het leven, wat is dat eigenlijk?
Er kwam een tekst uit Mattheus (11:28) in mij op die ik pas geleden in een boek van Kierkegaard had gelezen: ‘Komt tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven.’ Volgens Kierkegaard is deze tekst om een aantal zaken zeer opmerkelijk. Waarvan ik er hier vier zal proberen weer te geven.
In de eerste plaats is het woord ‘Komt!’ opmerkelijk. Het klinkt bijna als een bevel. Eigenlijk is dat raar. Wanneer je ziek bent, dan ga je naar de dokter. Maar hier is iets speciaals aan de hand. Deze Dokter zoekt schijnbaar naar jou. ‘Komt!’ zoals de vader van de verloren zoon op de uitkijk staat, zo staat deze Dokter voor jou klaar en hij roept ‘Komt!’. Nog voordat jij naar Hem zoekt, zoekt Hij jou. Hij roept jou, die enkeling.
In de tweede plaats is het belangrijk om te zien dat Hij zegt ‘Komt tot Mij.’ Dat is heel specifiek. Je hoeft schijnbaar niet te zoeken of een eindeloze quest te ondernemen. Niet te puzzelen of te wachten. Nee je kunt naar één iemand toe, naar Hem. Naar Diegene die zegt ‘Komt tot Mij.’
In de derde plaats is het wonderlijk dat Hij zich richt tot ‘Allen die vermoeid en belast zijn.’ Het betreft hier niet een selectie of een bepaald deel van de mensen. Nee allen mogen komen. Uit het woord allen spreekt iets onvoorwaardelijks. Je hoeft niet aan een verwachtingspatroon te voldoen, een examen af te leggen of een missie te volbrengen. Nee het ‘Allen die vermoeid en belast zijn’ stelt geen voorwaarden. Hij is voor iedereen toegankelijk zonder aanziens des persoon.
In de vierde en laatste plaats is het bijzonder dat Hij zegt ‘en Ik zal u rust geven.’ Wij hoeven blijkbaar niet weg te gaan zoals bij een andere dokter wanneer we ons medicijn hebben gekregen. En ook zal Hij ons niet alleen laten met ons medicijn nadat Hij ons bezocht heeft. Nee Hij zal bij ons zijn en bij ons blijven en wij zullen rust vinden bij Hem.