Zijn moeder Magdalena Kanana stond als inspirator aan de wieg van het René Kids Centre. Zeven jaar na haar overlijden neemt Jakobus Dreyer samen met zijn vrouw Johanna intrek op het centrum. In het huisje dat voor ‘oma Magdalena’ gemaakt was, maar nu voor hen is bedoeld.
Jakobus maakt al sinds de oprichting van het RKC deel uit van het bestuur. Meer nog is hij een voorbeeldfiguur. Iemand die het leven van Block E kent én goed van kwaad kan onderscheiden. Een geestelijk vaderfiguur. “Dat is zoals ik onze rol binnen het RKC zie. Als een ouder. Het RKC moet een plek zijn waar je tot rust kan komen. Dat geldt trouwens ook voor onszelf. De laatste jaren hebben we hard gezwoegd om onze naaste te dienen. Nu we op het RKC gaan wonen voelt het alsof we rust ontvangen en we anderen kunnen helpen om tot rust te komen.”
Hoe zien jullie het RKC?
Johanna: “Het RKC is als een boom. Het moet een grote boom zijn waar veel schaduw is. Iedereen moet onder die boom komen om daar te schuilen. De mensen moeten komen om te schuilen voor de regen en om eten te zoeken en vruchten te plukken. Onze rol is die van de boom. God zal ons daarbij helpen. Onze rol zal niet makkelijk zijn, maar met de hulp van de Heer zal het lukken.”
Zijn er zorgen?
Jakobus: “Ja, die zijn er. Er zijn een paar zaken waar verandering in moet komen, wat nu niet goed is. Bij iedere persoon die hier komt moet een verandering plaats vinden. Vanuit een verleden van armoede en pijn moet er iets nieuws komen en vanuit zelfgerichtheid moet dienstbaarheid komen.”
“Wij vertrouwen erop dat onze aanwezigheid hier op het RKC grote verandering zal brengen. Als ouders hebben we ook onze eigen kinderen en als ik kijk naar het hart van een kind dan is het soms opstandig tegen oudere mensen, maar wij voelen aan hoe we daarmee om moeten gaan. We vertrouwen op God, dat wij God z’n schaduw mogen zijn. We hopen en bidden dat mensen en medewerkers deze schaduw als de schaduw van God mogen ervaren.”
Johanna: “Belangrijk is dat de mensen ons leren vertrouwen, dat zij onze liefde gaan ervaren en dat we met een oprecht hart met elkaar communiceren. Als er fouten zijn, zullen wij, als ouderen, in liefde met mensen praten en een oplossing zoeken voor de zorgen die er zijn. Gebed is daarin het allerbelangrijkst, om afgestemd te zijn op God.”